Wat gaan we daarvoor doen?

Het derde beleidsdoel Bij groen betrokken bewoners, bedrijven en overheden, heeft betrekking op de verbindingskracht die natuur heeft, zowel binnen als buiten het Natuurwerk.
Wij zetten hierbij in op twee operationele doelen:
6.3.1 Bij groen betrokken bewoners en bedrijven.
6.3.2 Bij groen betrokken overheden.

Tabel prestatie-indicatoren

Taak

Output

Nulmeting

B2017

B2018

B2019

B2020

6.3.1 Bij groen betrokken bewoners

Stabilisatie aantal groene vrijwilligers

13.500 vrijwilligers (Zomernota 2017)

13.500

13.500

13.500

13.500

6.3.2 Gebiedsgerichte samenwerking

Cofinanciering Waddenfonds-projecten

Aantal projecten

5

5

5

5

Toelichting op de output

Ad 6.3.1. De provincie verschaft jaarlijks subsidie aan de gezamenlijke groene organisaties voor het uitvoeren van het programma “Betrekken bij groen”. N.a.v. de realisatie 2016 (zie Jaarstukken 2016), hebben wij bij Zomernota 2017 geconcludeerd dat de eerder voorspelde groei van het aantal vrijwilligers van 3,5% per jaar niet langer reëel is, mede gelet op het vergrijzende vrijwilligersbestand. Wij richten ons de komende jaren op het op peil houden van het aantal vrijwilligers en het meer betrekken van jongeren.
Ad 6.3.2. In een aantal regio’s werken wij bestuurlijk nauw samen met andere overheden bij de voorbereiding en realisatie van ons groenbeleid. Het gaat om samenwerkingsverbanden voor het Waddenzeegebied (Regiecollege Waddengebied en stuurgroep Waddenprovincies), Laag Holland (gebiedscommissie), Groene Hart (stuurgroep), Gooi- en Vechtstreek (stuurgroep), de Metropoolregio Amsterdam en de Nationale Parken van Texel en Zuid-Kennemerland. Het gaat om een breed scala aan activiteiten, welke niet in één prestatie-indicator samen zijn te vatten. We beperken ons hier tot het geraamde aantal door ons te cofinancieren Waddenfondsprojecten in Noord-Holland. Hiervoor hebben wij in ons coalitieakkoord middelen voor cofinanciering beschikbaar gesteld. Naar verwachting zullen wij jaarlijks circa vijf projecten co-financieren. Voor nader inzicht in de activiteiten van genoemde gremia verwijzen wij naar de gebiedsprogramma’s en jaarverslagen waarover uw Staten periodiek worden geïnformeerd.

Wat mag het kosten?

Meerjarenraming lasten (x €1.000)

6.3 Bij groen betrokken bewoners en bedrijven

Rekening 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Lasten uit algemene middelen

2.376

2.610

2.254

2.072

2.019

2.015

a. Programma Betrekken bij Groen

644

645

608

608

608

608

b. Bijdrage regionale samenwerking

414

530

720

530

481

481

c. Gebiedscommissies

15

0

0

0

0

0

d. Deelname Nationale parken

298

258

258

258

258

258

e. Groen Kapitaal

0

706

200

200

200

200

Apparaatskosten

1.062

471

468

476

472

468

Afrekeningsverschillen 2016

-57

0

0

0

0

0

Toelichting op het meerjarenoverzicht lasten

a. Het budget voor het programma Betrekken bij Groen is bedoeld voor subsidie van de ondersteuning van vrijwilligers en natuureducatie. Het hogere bedrag in 2017 wordt veroorzaakt door een extra bijdrage vanuit de rijksbijdrage voor Duurzaam Door die bij de Zomernota 2017 aan dit budget toegevoegd is.
b. Dit zijn de middelen voor regionale samenwerking met het Waddenzeegebied, Laag Holland en Groene Hart. Dit is inclusief de jaarlijkse bijdrage van € 183.000, die Laag Holland van andere overheden ontvangt. Voor 2018 wordt net als bij Zomernota 2017 € 150.000 extra budget gevraagd in verband met proceskosten Investeringskader Waddengebied en een bijdrage aan het Programma Naar een Rijke Waddenzee (PRW), (lasten verhoogd in 2018, € 150.000, nadelig).
d. Betreft bijdrage aan de Nationale Parken van Zuid-Kennemerland en Texel.
e. Met het budget voor Groen Kapitaal willen wij een beweging op gang brengen waarin natuurcombinaties de normaalste zaak van de wereld zijn. Natuur wordt daarin standaard meegenomen bij het ontwerpen van wegen, sloten, dijken, wijken en op het boerenland. Het budget is beschikbaar gesteld bij de Kaderbrief 2017 en structureel verwerkt in de Kaderbrief 2018 (zie §5.1 regel I) en is bedoeld voor het organiseren van kenniscafés, labs en een congres. In aanvulling op dit budget is bij de Kaderbrief 2018 (§5.3 regel AD) jaarlijks € 100.000 beschikbaar gesteld voor het onderdeel Digitale communicatie.