Structureel en reëel evenwicht
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft als toezichthouder in haar jaarlijks schrijven "Aandachtspunten voor de begroting" aan, dat de begroting sluitend moet zijn en een structureel en reëel evenwicht moet kennen. Een sluitende begroting is gerealiseerd, omdat het begrotingssaldo in 2018 nagenoeg in evenwicht is en over alle jaren gesaldeerd een positief saldo kent.
Structureel evenwicht
Als de structurele lasten worden gedekt door structurele baten, wordt een structureel evenwicht bereikt. Om dit vast te stellen wordt van alle posten in de begroting beoordeeld of deze van incidentele- of structurele aard zijn. Posten die ofwel 3 jaar of minder in de begroting zijn opgenomen, ofwel een uitgesproken tijdelijk karakter hebben (bijvoorbeeld gekoppeld aan het 4-jarige coalitieakkoord) worden als incidentele posten beschouwd. Lasten die gedekt worden uit bestemmingsreserves zijn in principe ook altijd incidenteel.
In onderstaande tabel is de indeling in incidentele- en structurele baten en lasten opgenomen. Hierin is te zien dat in 2018 de structurele component een voordelig resultaat kent van € 40,967 miljoen, een voordelig resultaat van € 34,027 miljoen in 2019, € 36,247 miljoen in 2020 en € 38,697 miljoen in 2021. De begroting is daarmee structureel in evenwicht. In tabel 5.2.4 van deze begroting worden deze bedragen nader gespecificeerd. Het verplichte kengetal voor de structurele exploitatieruimte is in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement opgenomen.
Incidentele en structurele begrotingsposten
Bedragen * € 1.000 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
Incidenteel | ||||
Baten | -100 | -475 | -50 | -50 |
Lasten | 161.349 | 164.579 | 108.678 | 97.903 |
Saldo van incidentele baten en lasten | 161.249 | 164.104 | 108.628 | 97.853 |
Onttrekkingen reserves | -168.157 | -178.229 | -108.331 | -97.751 |
Stortingen reserves | 47.922 | 47.724 | 24.958 | 16.560 |
Saldo van incidentele mutaties reserves | -120.235 | -130.505 | -83.373 | -81.191 |
Totaal Incidentele onderdelen | 41.015 | 33.599 | 25.255 | 16.662 |
Structureel | ||||
Baten | -425.856 | -432.134 | -428.698 | -427.845 |
Lasten | 298.081 | 296.182 | 308.222 | 308.845 |
Saldo van structurele baten en lasten | -127.775 | -135.952 | -120.476 | -119.000 |
Onttrekkingen reserves | -7.417 | -9.684 | -11.939 | -12.822 |
Stortingen reserves | 94.225 | 111.609 | 96.168 | 93.125 |
Saldo van structurele mutaties reserves | 86.808 | 101.925 | 84.229 | 80.303 |
Totaal structureel begrotingsresultaat | -40.967 | -34.027 | -36.247 | -38.697 |
Totaal begrotingsresultaat | 48 | -428 | -10.992 | -22.036 |
De structurele baten van de provincie bestaan voornamelijk uit de provinciefondsuitkering en de motorrijtuigenbelasting.
Bedragen * € 1.000 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |||
Uitkering uit het Provinciefonds * | 188.950 | 194.739 | 199.124 | 199.870 | |||
Motorrijtuigenbelasting | 199.400 | 199.400 | 199.400 | 199.400 |
Op basis van de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Provinciefonds) en gegevens van de belastingdienst met betrekking tot de ontwikkeling in samenstelling en omvang van het wagenpark (opcenten motorrijtuigenbelasting) worden deze twee posten geraamd.
Reëel evenwicht
Naast de getalsmatige beoordeling kijkt de toezichthouder naar de realiteit van de begrotingscijfers. De toezichthouder beveelt daarbij aan om te borgen dat actuele informatie inzake de verbonden partijen in de begroting en de jaarrekening worden opgenomen. Zoveel mogelijk zijn de actuele gegevens van de verbonden partijen in de begroting verwerkt.
Programmabudgetten
Totaal lasten per programma
In deze grafiek ziet u de totale lasten en de verdeling daarvan over de programma's.
Saldo van baten en lasten per programma
In deze grafiek is de relatieve omvang van de programma's te zien (lasten min baten) ten opzichte van de totale begroting (100%). De daling bij operationeel doel 2.1.2 in de begroting 2017 ten opzichte van realisatie 2016 heeft voornamelijk te maken met de wijzigingen in het BBV en deels met de verplichte wijziging van verwerking van de BDU-uitkering. Vanaf 2018 wordt verder zichtbaar dat de OV concessies voortaan niet meer uit specifieke baten, maar uit het daarvoor opgehoogde provinciefonds worden betaald. In de programma's wordt bij de operationele doelen ingegaan op de ontwikkelingen over de jaren heen.