Doelenboom
Beleidsdoel 4.1
Milieukwaliteit in Noord-Holland voldoet minimaal aan wettelijke basiskwaliteit
Verandering: geen.
Toelichting: geen.
Operationele doelen
Beleidsdoel 4.2
Beperken energiebehoefte, maximaliseren gebruik van duurzame energie en efficiënt gebruik fossiele energie en grondstoffen
Verandering: geen.
Toelichting: geen.
Operationele doelen
Beleidskader
- Europese, nationale en provinciale wet- en regelgeving is kaderstellend voor het maken en realiseren van het milieubeleid en de energietransitie.
Prioriteiten voor dit begrotingsjaar
- Voorbereidingen treffen in het kader van de Omgevingswet. Dit wil zeggen dat de onderwerpen uit het milieubeleid worden overgezet naar de Omgevingsvisie, dat de bepalingen uit de milieuverordening geschikt worden gemaakt voor de omgevingsverordening, en dat de overdracht van bodemtaken naar gemeenten in gang wordt gezet (4.1.1).
- Uitvoering volgens uitvoeringsparagraaf bij Beleidsagenda Energietransitie (4.2.1).
- Uitvoering volgens van de zes sporen van het ontwikkelingsperspectief Circulaire Economie (4.2.1).
- Opstellen gebiedsvisies Westas (4.2.1).
Omgevingsfactoren
- Uit de Verkenningen NH2015 die ten behoeve van de Omgevingsvisie is uitgevoerd, komt een gezonde leefomgeving als een prominent thema naar voren.
- De combinatie van functies (economie, wonen, recreëren) binnen ons grondgebied geeft spanningen op het gebied van leefbaarheid en gezondheid. Voorbeelden hiervan zijn het Noordzeekanaalgebied en Schiphol. Deze spanningen dienen in de Omgevingsvisie te worden geadresseerd.
- Het werkveld milieu heeft te maken met wijzigingen in het stelsel van het omgevingsrecht. Hierdoor zal de provinciale rol en mogelijk ook het takenpakket voor milieu veranderen. Een voorbeeld hiervan zijn de bodemtaken, die overgaan naar gemeenten.
- Landelijk beraadt men zich op het energie- en klimaatbeleid tot 2050. Indien dit consequenties heeft voor de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de provincies zullen wij hierop anticiperen.
Programma | OD | Verbonden partij | Doel |
---|---|---|---|
4 | 4.2.1 | Alliander N.V. | Investeringen in energie- infrastructuur. Bijdragen aan duurzaamheids-initiatieven |
4 | 4.1.2 | N.V. Afvalzorg Holding | Efficiënt gebruik stortplaatsen |
4 | 4.2.1 | Ontwikkelingsfonds Duurzame Energie Provincie Noord-Holland B.V. (ODENH) | Stimulering duurzame energie en ontwikkeling economie. Participaties in duurzame energie bedrijven |
4 | 4.2.1 | Participatiefonds Duurzame Economie Provincie Noord-Holland B.V. | Stimuleren duurzame economie. Participaties in duurzame economie bedrijven |
4 | 4.1.2 | Omgevingsdienst Flevoland & Gooi-en Vechtstreek | Vergunningverlening en handhaving milieutaken |
4 | 4.1.2 | Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied | Vergunningverlening en handhaving milieutaken |
4 | 4.1.2 | RUD Noord-Holland Noord | Vergunningverlening en handhaving milieutaken |
4 | 4.1.2 | Omgevingsdienst IJmond | Vergunningverlening en handhaving milieutaken |
4 | 4.1.2 | Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Noord-Holland | Beheer fonds ten behoeve van de nazorg stortplaatsen |
*Verdere informatie is te vinden in de paragraaf verbonden partijen |
Beleidsindicatoren
Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording in 2016 zijn provincies met ingang van 2018 gehouden in de begroting de maatschappelijke effecten, die met de verschillende programma's worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren zijn in IPO verband opgesteld en vastgesteld door het ministerie van BZK. De indicatoren zijn geplaatst bij het begrotingsprogramma waar ze het best passen.
De bron voor de vermelding in onze begroting is, zoals voorgeschreven, de website http://www.waarstaatjeprovincie.nl. Daar is ook vergelijkingsmateriaal met andere provincies te vinden en de definitie die wordt gehanteerd voor de betreffende indicator.
Milieu, energie en klimaat | |
---|---|
Totale emissie van broeikasgassen | 19.729.767 * |
Jaar van meting | 2015 |
Definitie volgens de website: De indicator geeft de totale emissie van broeikasgassen in de provincie Noord Holland (uitgedrukt in CO2 equivalenten) in absolute aantallen in tonnen weer.
* De bron voor deze meting is de Klimaatmonitor. Dit betreft de totale energie gerelateerde CO2-emissie in tonnen en dus niet de totale emissie van broeikasgassen in CO2 equivalenten. De reden om niet de totale emissie van broeikasgassen in CO2-equivalenten te vermelden, is dat de Klimaatmonitor zich tot de energiegerelateerde CO2-emissie beperkt. De totale emissie van broeikasgassen is alleen op landelijk niveau bekend. Deze wordt niet naar provincies uitgesplitst.
Energieneutraliteit: | |
Totale productie van hernieuwbare energie |
|
Jaar van meting | 2015 |
Definitie volgens de website: De indicator geeft de totale productie van hernieuwbare energie weer in Peta joule (PJ) in de provincie Noord Holland.
Toelichting: Omdat de opwekking van duurzame energie in veel gevallen niet bemeterd wordt (bijvoorbeeld zonnepanelen), zijn deze gegevens minder goed beschikbaar dan regulier gas- en elektriciteitsgebruik. Om de hoeveelheid duurzame energie per provincie te bepalen, maakt de door Rijkswaterstaat ontwikkelde klimaatmonitor (klimaatmonitor.databank.nl) inschattingen met betrekking tot de energieproductie.
Lasten
€ 24,647
Bedragen x 1.000
Baten
€ 2,980
Budgettabel (x 1.000 euro)
(bedragen × € 1.000)
Lasten | Rekening 2016 | Begroot 2017 | Begroot 2018 | Verschil 2018- 2017 | % | Begroot 2019 | Begroot 2020 | Begroot 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten | 6.886 | 2.946 | 2.970 | 24 | -1 | 3.049 | 3.031 | 3.011 |
Directe lasten | 5.678 | 8.703 | 5.857 | -2.846 | 33 | 5.619 | 3.982 | 996 |
Kapitaallasten | 58 | 0 | 0 | 0 | - | 0 | 0 | 0 |
Overdrachten | 14.805 | 20.964 | 15.820 | -5.144 | 25 | 15.057 | 14.777 | 14.777 |
Subtotaal lasten | 27.426 | 32.613 | 24.647 | -7.966 | 24 | 23.725 | 21.790 | 18.784 |
Subtotaal baten | -20.461 | -4.947 | -2.980 | 1.967 | 40 | -2.980 | -2.616 | -2.439 |
Saldo van baten en lasten | 6.965 | 27.666 | 21.667 | -5.999 | 22 | 20.745 | 19.174 | 16.345 |
Storting reserves | 0 | 14.065 | 0 | -14.065 | 100 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | - | 0 | 0 | 0 |
Resultaat | 6.965 | 41.731 | 21.667 | -20.064 | 48 | 20.745 | 19.174 | 16.345 |
Toelichting op de budgettabel
Directe lasten
Kaderbrief 2018 Circulaire EconomieOD 4.2.1: Bij de Kaderbrief 2018 zijn voor de uitvoering van de Actieagenda Circulaire Economie middelen ten laste van de reserve Werkgelegenheid en Economie beschikbaar gesteld (2018 € 595.000, 2019 € 335.000, 2020 € 200.000 en 2021 € 100.000).
Participatiefonds Duurzame Economie OD 4.2.1 De accountant heeft aangegeven dat de jaarlijkse kosten van het beheer en de juridische en overige kosten van het Participatiefonds Duurzame Economie (PDENH) gedekt dienen te worden uit een begrotingsbudget en niet, zoals tot nu toe, uit het fondsvermogen (lasten verhoogd, € 500.000, nadelig, structureel).
Investeringsprogramma duurzame energie OD 4.2.1: Bij het Coalitieakkoord is voor Duurzame Energie € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld. € 100.000 hiervan is bestemd voor de inzet van het Servicepunt Duurzame Energie (SDE) en toegevoegd aan het salarisbudget. Omdat voor de inzet van het SDE opdrachten worden verleend, worden de middelen toegevoegd aan het budget voor de uitvoering van de Beleidsagenda Energietransitie (lasten verhoogd, € 100.000, nadelig, in 2018 en 2019).
Overdrachten
Kaderbrief 2018 Bodemtaken OD 4.1.2: Bij de Kaderbrief 2018 is in 2018 incidenteel € 640.000 beschikbaar gesteld voor bodemtoezicht- en handhaving.
Kaderbrief 2018 Prestatiegerichte financiering Omgevingsdienst NZKG OD 4.1.2: Bij de Kaderbrief 2018 is met ingang van 2018 de bijdrage voor prestatiegerichte financiering voor de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van € 2,94 miljoen structureel beschikbaar gesteld.