Doelenboom
Beleidsdoel 3.1
Beschermen tegen overstroming
Verandering: geen.
Toelichting: geen.
Operationele doelen
Beleidsdoel 3.2
Bijdragen aan schoon en voldoende water
Verandering: geen.
Toelichting: geen.
Operationele doelen
Beleidskader
- de Waterwet
- de Drinkwaterwet
- de Structuurvisie
- de Ruimtelijke Verordening
- de provincie is toezichthouder voor de waterschappen
- de provincie wijst zwemlocaties aan en is handhaver voor de zwemwaterkwaliteit
Prioriteiten voor dit begrotingsjaar
- Een van de speerpunten van het waterbeleid is het uitvoeren van de Kaderrichtlijn Water. Hierbij zijn verschillende overheden betrokken en de provincie heeft met name een rol bij de via de Kaderrichtlijn Water beschermde gebieden, te weten: de drinkwaterwinningen, Natura 2000 gebieden en zwemwateren. Aan deze gebieden worden specifieke eisen gesteld en via het uitvoeren of stimuleren van maatregelenprogramma’s zorgt de provincie voor het voldoen aan specifieke eisen in deze gebieden (OD 3.2.2).
- Aanpassen aan klimaatverandering
Hierbij gaat het om de thema’s wateroverlast, hittestress, droogte en beperken van resterend overstromingsrisico. In het kader van het Deltaprogramma hebben alle overheden met elkaar afgesproken dat Nederland in 2050 zoveel als redelijkerwijs mogelijk waterrobuust en klimaatbestendig moet zijn ingericht. In 2020 moeten alle overheden dit in hun ruimtelijke beleid hebben verankerd. In 2017 is landelijk geconstateerd dat er een versnelling nodig is om deze doelen te halen. De rol van de provincie is in 2018 met name er op toe te zien dat de waterschappen en de gemeenten stresstesten uitvoeren op grond waarvan regionale strategieën geformuleerd kunnen worden die uiterlijk in 2020 in een uitvoeringsprogramma resulteren (OD 3.1.3)
- Versterken Markermeerdijken
De provincie is bevoegd gezag voor de versterking van de Markermeerdijken. Naar verwachting wordt in 2018 het door HHNK opgestelde Projectplan Waterwet, mits het product voldoet aan de door daarvoor gestelde kwaliteitsteisen, door ons college goedgekeurd, waarna de uitvoering kan starten. Naast deze procedurele rol zet de provincie in op het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de dijken en de Markermeerregio. Wij ondersteunen in 2018 initiatiefnemers die projecten willen ontwikkelen, gekoppeld aan de dijkversterking. Via een op te stellen subsidieregeling co-financieren wij deze initiatieven (OD 3.1.2)
Omgevingsfactoren
Het nationale beleid staat in het teken van decentralisatie en het vergroten van doelmatigheid en efficiency van beleid. Provincies staan steeds meer aan de lat voor integraal ruimtelijk-economisch beleid, waar water onderdeel van uitmaakt. Hiermee wordt voorgesorteerd op de komst van de Omgevingswet, die naar verwachting in 2019 of later van kracht zal worden.
Het Deltaprogramma heeft als doel om ervoor te zorgen dat Nederland nu en in de toekomst is beschermd tegen hoogwater en beschikt over voldoende zoetwater. In 2014 heeft de Deltacommissaris geadviseerd om vijf deltabeslissingen te nemen. Deze deltabeslissingen zijn daarna verankerd in onder meer: het Nationaal Waterplan; de Waterwet; bestuurlijke afspraken tussen overheden. Door overheden en marktpartijen wordt momenteel gewerkt aan de uitvoering van deze deltabeslissingen.
Programma | OD | Verbonden partij | Doel |
---|---|---|---|
3 | 3.2.2 | N.V. Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) | Drinkwatervoorziening en natuurbeheer |
*Verdere informatie is te vinden in de paragraaf verbonden partijen |
Beleidsindicatoren
Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording in 2016 zijn provincies met ingang van 2018 gehouden in de begroting de maatschappelijke effecten, die met de verschillende programma's worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren zijn in IPO verband opgesteld en vastgesteld door het ministerie van BZK. De indicatoren zijn geplaatst bij het begrotingsprogramma waar ze het best passen.
De bron voor de vermelding in onze begroting is, zoals voorgeschreven, de website http://www.waarstaatjeprovincie.nl. Daar is ook vergelijkingsmateriaal met andere provincies te vinden en de definitie die wordt gehanteerd voor de betreffende indicator.
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling waaronder waterbeheer | |||
---|---|---|---|
Ecologische toestand | Goed | Matig, ontoereikend of slecht | Niet beoordeeld |
Hollands Noorderkwartier | 0% | 96% | 4% |
Rijnland | 0% | 100% | 0% |
Amstel, Gooi en Vecht | 0% | 100% | 0% |
|
|
Definitie volgens de website: De indicator geeft de ecologische kwaliteit van het water per waterschap, conform de Kaderrichtlijn Water (KRW), weer via de 4 categorieën goed, matig, ontoereikend en slecht.
Toelichting: De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is in 2000 door het Europees Parlement vastgesteld. Deze kaderrichtlijn heeft als doel de kwaliteit van de oppervlakte- en grondwateren te verbeteren en in stand te houden. De KRW bevat een beoordelingsmethode voor het bepalen van de kwaliteitstoestand van het oppervlaktewater. De belangrijkste indicatoren voor de kwaliteit zijn de chemische en ecologische toestand van de waterlichamen. De chemische toestand wordt bepaald door meer dan 40 stoffen. De ecologische toestand wordt o.a. bepaald door de fysisch-chemische toestand en vier biologische kwaliteitselementen (macrofauna, overige waterflora, vis en fytoplankton). De beoordeling vindt plaats op basis van het 'one out-all out principe'. Dit principe houdt in dat indien één kwaliteitselement niet aan de eisen voldoet, de toestand van het waterlichaam als onvoldoende wordt beoordeeld. De toestand van de vier afzonderlijke biologische kwaliteitselementen is echter een stuk minder negatief dan het totaalbeeld volgens bovenstaande tabel. Voor macrofauna voldoen in 2015 20 van de 83 KRW-waterlichamen in Noord-Holland, voor overige waterflora 11, voor vis 23 en voor fytoplankton eveneens 23 waterlichamen.
Naast de waterschappen beheert Rijkswaterstaat ook een aantal oppervlaktewateren, deze zijn noch in de bovenstaande tabel noch in de cijfers over de vier biologische kwaliteitselementen meegenomen.
Lasten
€ 5,497
Bedragen x 1.000
Baten
€ 835
Budgettabel (x 1.000 euro)
(bedragen × € 1.000)
Lasten | Rekening 2016 | Begroot 2017 | Begroot 2018 | Verschil 2018- 2017 | % | Begroot 2019 | Begroot 2020 | Begroot 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten | 4.271 | 1.919 | 1.921 | 2 | 0 | 1.965 | 1.948 | 1.934 |
Directe lasten | 976 | 4.174 | 1.742 | -2.432 | 58 | 1.518 | 1.418 | 1.418 |
Overdrachten | 7.818 | 7.379 | 1.834 | -5.545 | 75 | 1.812 | 1.812 | 1.812 |
Subtotaal lasten | 13.065 | 13.472 | 5.497 | -7.975 | 59 | 5.295 | 5.178 | 5.164 |
Subtotaal baten | -1.034 | -1.945 | -835 | 1.110 | 57 | -835 | -835 | -835 |
Saldo van baten en lasten | 12.031 | 11.527 | 4.662 | -6.865 | 60 | 4.460 | 4.343 | 4.329 |
Storting reserves | 11.065 | 5.431 | 4.722 | -709 | 13 | 5.301 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | -162 | -2.225 | -197 | 2.028 | 91 | 0 | 0 | 0 |
Resultaat | 22.935 | 14.733 | 9.187 | -5.546 | 38 | 9.761 | 4.343 | 4.329 |
Toelichting op de budgettabel
Directe lasten
Grondwaterplan OD 3.2.2: Omdat de grondwaterheffing niet ten goede mag komen aan de eigen middelen van de provincie wordt jaarlijks het verschil tussen de opbrengst van de heffing en de kosten die betrekking hebben op het beheer van het grondwater, gestort in de Voorziening Grondwaterheffing. Hiervoor ontbrak een raming in de begroting (lasten verhoogd, € 197.000, nadelig).
Onttrekking reserves
OD 3.2.1 Een aantal projecten uit bestemmingsreserves is nog in voorbereiding. Zodra deze projecten uitvoeringsgereed zijn, zullen kasramingen in de begrotingswijzigingen aan PS worden voorgelegd.