Onderdeel van beleidsdoel: Vervoersbeleid maken en uitvoeren

Instrumenten & output

Instrumenten

Output begroot

2.2.1.01 Ontwikkelen van mobiliteitsbeleid

- Mobiliteitsplan aan PS voorgelegd in Q4-2018.

Overige toelichtingen

Betekenis van de gebruikte termen en afkortingen:

2.2.1.02 Verlenen van subsidies

- Subsidies voor Kleine Infrastructuur en Gedragsbeïnvloeding verleend in Q2-2018.
- Subsidies fietsknelpunten verleend in Q2-2018.

2.2.1.03 Opstellen programma's

- Fietsbeleid (inclusief stimuleren aanleg oplaadpunten) plus investeringsregeling opgesteld en aan PS voorgelegd in Q3-2018.

Meerjarenoverzicht baten & lasten (x 1.000 euro)

Operationeel doel 2.2.1

Mobiliteitsbeleid maken en uitvoeren

Lasten

Jaarrekening
2016

Begroot 2017

Begroot 2018

Begroot 2019

Begroot 2020

Begroot 2021

Apparaatskosten

2.786

980

1.056

1.162

1.156

1.151

Directe lasten

2.595

10.394

9.225

1.837

1.799

1.799

Kapitaallasten

7.957

7.514

10.451

15.505

18.090

20.309

Overdrachten

26.624

26.273

17.434

13.931

13.329

13.329

Subtotaal Lasten

39.962

45.161

38.166

32.435

34.374

36.588

Baten

-17.568

-13.494

-2.507

-639

-639

-639

Saldo van baten en lasten

22.394

31.667

35.659

31.796

33.735

35.949

Storting reserves

65.503

98.926

31.592

34.784

28.215

27.563

Onttrekking reserves

-9.512

-44.550

-27.109

-24.833

-18.066

-18.066

Resultaat

78.385

86.043

40.142

41.747

43.884

45.446

Toelichting op de budgettabel

Directe lasten

De uitgaven zijn in 2017 en 2018 hoger door incidentele uitgaven. Dit heeft de volgende oorzaken. Voor 2017 en 2018 is er voor het project Bereikbaarheid Haarlemmermeer-Bollenstreek per jaar € 1,5 miljoen extra beschikbaar waarvan 50% door de provincie Zuid-Holland wordt bijgedragen. Het programma Elektrisch vervoer MRA is erg succesvol en zal (zeker) tot 2019 worden gecontinueerd. Tot 2019 zullen er ruim 800 laadpalen worden geplaatst waardoor de piek in de uitgaven in 2017 en 2018 ligt. Afhankelijk van de aanbestedingen en beschikbaarheid van middelen (gemeenten, programmapartners en het Rijk) wordt er jaarlijks een fluctuerend aantal laadpalen geplaatst. Voor het project Truckparking, met als dekking de reserve OLV Greenport, is een bedrag van € 2,9 miljoen beschikbaar gesteld. Zoals aan PS gemeld is dit bedrag door ontwikkelingen nog niet tot besteding gekomen. In 2018 zal bekend zijn of het bedrag voor het project zal worden besteed of voor een ander project wordt geheralloceerd. Kapitaallasten.
Bij de Kaderbrief 2018 heeft een update van het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI) plaatsgevonden (zie § 5.1 regel G: Actualisatie PMI, voordelig € 133.000). Dit zorgt in 2018 voor lagere kapitaallasten van € 133.000, in 2019 voor hogere kapitaallasten van € 769.000, in 2020 van € 609.000 en in 2021 voor hogere kapitaallasten van € 221.000. De hogere kapitaallasten worden gedekt door een onttrekking aan de reserve Infrastructuur.
Vanaf 2018 worden de kapitaallasten van de te activeren projecten Wegen gedekt t.l.v. de reserve kapitaallasten Wegen op basis van de kasuitgaven vanaf 2018. De kapitaallasten lopen geleidelijk op van € 1,6 miljoen in 2018 naar € 5,1 miljoen vanaf 2021.
Bij de Begroting 2018 heeft een update ten opzichte van de Kaderbrief 2018 van het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI) plaatsgevonden. Dit zorgt in 2018 voor lagere kapitaallasten van € 201.000, in 2019 voor lagere kapitaallasten van € 364.000, in 2020 van hogere kapitaallasten van € 276.000 en in 2021 van € 188.000. De mutaties van de kapitaallasten zijn neutraal met de mutaties van de storting in de reserve Infrastructuur. De reden voor de gewijzigde kapitaallasten is een gewijzigd investeringsniveau in de verschillende jaren ten opzichte van de Kaderbrief 2018. Dit is veroorzaakt door onder andere vertraging in de volgende projecten: Nieuwbouw Wilhelminasluis, HOV Aalsmeer knooppunt Schiphol-Zuid, vervanging/opwaardering brug Ouderkerk aan de Amstel en herinrichting N241 gedeelte N242-N248.

Overdrachten

De uitgaven hebben in 2017 en 2018 een incidenteel karakter . Dit heeft de volgende oorzaak. In 2017 wordt het programma Bereikbaarheid Hilversum afgesloten met een bijdrage van € 1.730.000. Daarnaast is er in 2017 een bedrag van € 8 miljoen geraamd aan subsidiebijdragen programma Kleine Infrastructuur die voor 2017 ten laste van de BDU-middelen zijn verplicht. Tenslotte is er in 2018 € 2,5 miljoen geraamd aan uitgaven van de nieuwe Uitvoeringsregeling Fietsinfrastructuur, waarvoor eind 2017 aan PS een besluit zal worden voorgelegd.

Baten

De baten hebben in 2017 en 2018 een incidenteel karakter.
In 2017 wordt er ter dekking van de onder overdrachten genoemde subsidiebijdragen programma Kleine infrastructuur middelen € 8,0 miljoen uit de balanspost (voormalige) BDU Infra aangewend. Dit geldt analoog aan de subsidiebijdrage Bereikbaarheid Hilversum van € 1.730.000. Daarnaast worden er in 2017 en 2018 incidenteel hogere baten aangewend voor programma Elektrisch vervoer MRA (bijdragen gemeenten) en Bereikbaarheid Haarlemmermeer – Bollenstreek (bijdrage provincie Zuid-Holland).

Storting reserves

Bij de Kaderbrief 2018 heeft een update van het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI) plaatsgevonden (zie § 5.1 regel G: Actualisatie PMI, voordelig € 133.000). Dit zorgt in 2018 voor lagere kapitaallasten van € 133.000, in 2019 voor hogere kapitaallasten van € 769.000, in 2020 van € 609.000 en in 2021 voor hogere kapitaallasten van € 221.000. De hogere kapitaallasten (in de jaren 2019, 2020 en 2021) worden gedekt door een lagere storting in de reserve Infrastructuur.
Naast bovenstaande worden er in 2017 en 2018 incidenteel extra middelen gestort in de reserve Infrastructuur, waaronder de rijksbijdrage Beter Benutten en (voormalige) BDU-middelen Infrastructuur van ruim € 12 miljoen.
In 2017 is € 14,9 miljoen aan middelen Fietsimpuls gestort in de reserve Fietsinfrastructuur door overheveling van middelen vanuit de reserve Infrastructuur (zie Onttrekking reserves). In 2017 is er incidenteel € 25,9 miljoen meer in de reserve Kapitaallasten Wegen gestort (vanuit de reserves EXIN-H, TWIN-H, Westfrisiaweg, Infrastructuur en Fietsinfrastructuur) door de wijziging in de BBV.
Bij de Begroting 2018 heeft een update ten opzichte van de Kaderbrief 2018 van het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI) plaatsgevonden. Dit zorgt in 2018 voor lagere kapitaallasten van € 201.000, in 2019 voor lagere kapitaallasten van € 364.000, in 2020 van hogere kapitaallasten van € 276.000 en in 2021 van € 188.000. De mutaties van de kapitaallasten zijn neutraal met de mutaties van de storting in de reserve Infrastructuur. De reden voor de gewijzigde kapitaallasten is een gewijzigd investeringsniveau in de verschillende jaren ten opzichte van de Kaderbrief 2018. Dit is veroorzaakt door onder andere vertraging in de volgende projecten: Nieuwbouw Wilhelminasluis, HOV Aalsmeer knooppunt Schiphol-Zuid, vervanging/opwaardering brug Ouderkerk aan de Amstel en herinrichting N241 gedeelte N242-N248.

Onttrekking reserves

In 2017 en 2018 zijn de onttrekkingen aan de reserves incidenteel hoger. In 2017 is € 14,9 miljoen aan middelen Fietsimpuls onttrokken aan de reserve Infrastructuur en gestort in de reserve Fietsinfrastructuur (zie ook storting reserves).
Vanuit de reserve Infrastructuur worden incidenteel uitgaven gedaan voor onder meer Smart Mobillity, Kleine infrastructuur en Beter Benutten (waarbij het laatste wordt gedekt door een rijksbijdrage). Verder wordt er vanuit de reserves Infrastructuur en Fietsinfrastructuur in 2017 middelen onttrokken van te activeren projecten en gestort in de reserve Kapitaallasten Wegen in verband met de wijziging BBV (waardoor het niet langer is toegestaan om bijdragen t.l.v. reserves in één keer af te schrijven). Daarnaast wordt er vanuit de reserves Fietsinfrastructuur en OLV Greenport in 2018 incidenteel middelen onttrokken (respectievelijk € 2,5 miljoen en € 2,9 miljoen zoals toegelicht bij overdrachten en directe lasten).

Vanaf 2018 worden de kapitaallasten van de te activeren projecten Wegen gedekt t.l.v. de reserve kapitaallasten Wegen op basis van de kasuitgaven vanaf 2018. De kapitaallasten lopen geleidelijk op van €570.000 in 2018 naar € 840.000 vanaf 2022.